In deze rubriek bespreken de (cassatie)advocaten van Barentskrans oude arresten die nog steeds relevant zijn. In 1986 wees de Hoge Raad het arrest Holland Nautic / Decca (ECLI:NL:HR:1986:AD7158) dat tot op heden als standaardarrest geldt voor het aanhaken en aanleunen op andermans prestatie of bedrijfsactiviteiten. Profiteren van andermans prestatie. Dat klinkt onrechtmatig, maar is dat het ook?
Bescherming van prestaties
Technische en creatieve prestaties kunnen door intellectuele eigendomsrechten beschermd worden. Voor technische prestaties biedt het octrooirecht een uitkomst, voor creatieve prestaties kan teruggevallen worden op het auteursrecht, modellenrecht en het merkenrecht.
Het komt voor dat deze ‘absolute’ intellectuele eigendomsrechten zijn verlopen of om andere redenen niet (meer) geldig zijn. Er wordt dan veelal een beroep gedaan op de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW), waarbinnen verschillende ‘secundaire’ beschermingsregimes gelden. Zo kan productvormgeving die niet meer wordt beschermd door een intellectueel eigendomsrecht onder omstandigheden toch nog worden beschermd tegen nabootsingen.
Bij generieke of louter technische prestaties ligt dat wat genuanceerder. In het arrest Holland Nautic / Decca heeft de Hoge Raad hieraan nadere invulling gegeven.
Feiten in het arrest Holland Nautic / Decca
Decca bood radio-navigatiesystemen aan voor de zeevaart en zond daarvoor radiosignalen naar radio-ontvangers, waarmee schippers hun positie op zee konden bepalen. Decca verzorgde en onderhield de systemen waarmee de radiosignalen uitgezonden konden worden. Om die kosten terug te krijgen, verhuurde zij de radio-ontvangers tegen een jaarlijkse huurprijs.
De techniek en het navigatiesysteem van Decca was niet beschermd door een ‘absoluut’ intellectueel eigendomsrecht. Holland Nautic rook daarom haar kans en vervaardigde radio-ontvangers die speciaal ontworpen waren om de radiosignalen van Decca op te vangen en vervolgens om te zetten in nauwkeurige coördinaten. Holland Nautic had hiervoor geen toestemming van Decca en bood haar ook geen vergoeding.
Omdat Holland Nautic geen kosten maakte aan het onderhoud en instandhouding van het door Decca ontworpen navigatiesysteem, kon zij haar radio-ontvangers tegen een goedkopere prijs aanbieden. Daar wrong voor Decca de schoen; zij beargumenteerde dat Holland Nautic niet de lasten droeg, maar wel de lusten kreeg. Volgens Decca was dit een vorm van ‘aanleunen’, ‘aanhaken’ of ‘parasiteren’ op haar prestaties en bedrijfsactiviteiten en zou daardoor onrechtmatig jegens haar zijn.
Oordeel van de Hoge Raad
De Hoge Raad volgde het betoog van Decca niet. Volgens de Hoge Raad is het profiteren van andermans prestaties op zichzelf niet onrechtmatig. In bijzondere omstandigheden kan dat anders zijn, maar daarvan was hier geen sprake. Dat Decca voor de instandhouding van haar radiosystemen afhankelijk was van de inkomsten die zij kreeg uit de verhuurde radio-ontvangers werd door de Hoge Raad niet als bijzondere omstandigheid gezien, maar eerder als een bedrijfsrisico voor rekening van Decca.
In het arrest laat de Hoge Raad in het midden wanneer er wél specifiek sprake kan zijn van bijzondere omstandigheden. Wel maakt de Hoge Raad duidelijk dat voor het aannemen van bijzondere omstandigheden terughoudendheid is vereist. Er moet namelijk voor gewaakt worden dat via de ‘achterdeur’ van onrechtmatige daad een vergelijkbare bescherming wordt verkregen die een intellectueel eigendomsrecht zou bieden. Een vergelijkbare bescherming zou alleen passend zijn, zo overweegt de Hoge Raad, wanneer:
“ r.o. 4.2 […] wordt geprofiteerd van een prestatie van dien aard dat zij op één lijn valt te stellen met die welke toekenning van een dergelijk recht [van intellectuele eigendom, BK] rechtvaardigen”.
Relevantie voor de rechtspraktijk
Met de ontwikkeling van de zogenaamde ‘éénlijnsprestatie-leer’ heeft de Hoge Raad de lat hoog gelegd voor het onrechtmatig profiteren van andermans prestatie of bedrijfsactiviteiten. Slechts in uitzonderlijke situaties kan hiertegen worden opgetreden. In de bijna vier decennia na het arrest Holland Nautic / Decca is dat slechts in een beperkt aantal uitspraken aangenomen.
Omdat de lat zo hoog ligt, is het van groot belang om intellectuele eigendomsrechten, als die nog wel kunnen rusten op bepaalde prestaties, zo snel en deugdelijk mogelijk te registreren. Met een intellectueel eigendomsrecht staat de rechthebbende veelal veel sterker tegen de nabootser of aanhakende partij.