Met de komst van de Corporate Sustainability Reporting Directive (de CSRD) wordt een groot aantal ondernemingen in Europa verplicht te rapporteren over environmental, social en governance- (ESG) thema’s. Lees meer over de CSRD in onze blog ‘Duurzaamheidsverslaggeving: wat is de CSRD?’. Om te zorgen dat de CSRD uniform wordt toegepast, verplicht zij ondernemingen de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) te volgen. Waar de CSRD voorschrijft wie, wat, waar en wanneer te rapporteren, schrijft de ESRS gedetailleerd voor hoe gerapporteerd dient te worden. In deze blog gaan wij nader in op (de systematiek van) de ESRS.
Achtergrond van de ESRS
In het kader van een uniforme toepassing kent de CSRD de Europese Commissie de bevoegdheid toe om rechtstreeks werkende rapporteringsstandaarden op te stellen; de ESRS. De standaarden zullen bestaan uit twee onderdelen: (i) algemene standaarden en (ii) sectorspecifieke standaarden. De sectorspecifieke standaarden zijn momenteel nog in voorbereiding en zullen naar verwachting rond juni 2024 beschikbaar zijn. De definitieve conceptversie van de algemene standaarden ligt momenteel ter goedkeuring bij het Europees Parlement en de Europese Raad. Alhoewel de Europese Commissie de eerdere concepten al heeft bijgeschaafd en verplichtingen ietwat heeft afgezwakt, blijft de algemene set vergaand en omvangrijk (zo’n 300 pagina’s). Ondernemingen die deze standaarden moeten toepassen doen er dan ook goed aan dit heel tijdig op te pakken.
De ESRS op hoofdlijnen
Het definitieve concept van de algemene standaarden bestaat uit twaalf rapporteringsstandaarden. De eerste twee daarvan – ESRS 1 (algemene vereisten) en ESRS 2 (algemene toelichtingen) – gelden voor alle ondernemingen die binnen het bereik van de CSRD vallen, ongeacht de sector waarin zij actief zijn en/of de duurzaamheidsthema’s waarover zij dienen te rapporteren. ESRS 1 biedt onder meer inzicht in (i) de algemene opbouw van de ESRS, (ii) de daarin gebruikte redactionele normen en basisconcepten, (iii) de algemene structuur van een duurzaamheidsverklaring, (iv) de algemene vereisten voor de informatie in een duurzaamheidsverklaring en (v) algemene uitleg over en een voorbeeld van de uitwerking van de verplichte materialiteitsanalyse (zie hieronder). In ESRS 2 staan de rapportage-eisen voor de informatie die ondernemingen voor alle duurzaamheidsthema’s op een algemeen niveau moeten verschaffen over de rapportagegebieden governance, strategie, impact-risico- en kansenbeheer en maatstaven en doelen.
Daarna volgen de tien thematische standaarden die elk de rapportagestandaarden voor een specifiek duurzaamheidsthema bepalen. De thematische standaarden kunnen specifieke vereisten bevatten die de algemene rapportage-eisen van ESRS 2 aanvullen. De tien duurzaamheidsthema’s zijn onderverdeeld in de drie ESG-categorieën. Vijf daarvan vallen onder de noemer Environmental, vier onder de noemer Social en één onder de noemer Governance. De nog niet gepubliceerde sectorspecifieke standaarden zijn van toepassing op alle ondernemingen binnen een sector. Zij behandelen impacts, risico’s en kansen die waarschijnlijk materieel zullen zijn voor alle ondernemingen in een bepaalde sector en die niet, of onvoldoende, aan bod komen in thematische standaarden. Schematisch komt het geheel op het volgende neer:
Environment-standaarden (ESRS E1-E5)
ESRS E1 | Klimaatverandering |
ESRS E2 | Verontreiniging |
ESRS E3 | Water en mariene hulpbronnen |
ESRS E4 | Biodiversiteit en ecosystemen |
ESRS E5 | Materiaalgebruik en circulaire economie |
Social-standaarden (ESRS S1-S4)
ESRS S1 | Eigen personeel |
ESRS S2 | Werknemers in de waardeketen |
ESRS S3 | Getroffen gemeenschappen |
ESRS S4 | Consumenten en eindgebruikers |
Governance-standaarden (ESRS G1)
ESRS G1 | Zakelijk gedrag |
Voorbeelden rapportage-eisen
Ter illustratie. Uit rapportage-eis E1-5 (energieverbruik en energiemix) volgt de verplichting om informatie te verschaffen over het energieverbruik en de energiemix in MWh en uitgesplitst naar het totale energieverbruik uit (a) fossiele bronnen, (b) nucleaire bronnen en (c) hernieuwbare bronnen uitgesplitst naar (i) biomassa etc, (ii) ingekochte elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen en (iii) zelf opgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof.
Uit rapportage-eis E3-2 (water en mariene hulpbronnen) volgt de verplichting te rapporteren over maatregelen wat betreft (het verbruik van) water en mariene hulpbronnen en de middelen die voor de uitrol daarvan zijn bestemd. Waarbij ‘middelen’ volgens die standaard worden ingedeeld in middelen die het gebruik van water en mariene hulpbronnen (a) vermijden, (b) verminderen (c) water terugwinnen of hergebruiken of (d) aquatische ecosystemen en waterlichamen herstellen en regenereren.
Materialiteitsanalyse en dubbele materialiteit
Het uitgangspunt van rapportage op grond van de ESRS is de materialiteitsanalyse. Ondernemingen onder het toepassingsbereik van de CSRD, dienen een materialiteitsanalyse uit te voeren om te bepalen welke standaarden en rapportageverplichtingen in hun specifieke geval materieel zijn. Daarbij wordt gewerkt met ‘dubbele materialiteit’, wat inhoudt dat ondernemingen enerzijds moeten rapporteren over de (financiële) impact van duurzaamheidsfactoren op de onderneming (ook wel outside-in perspective of ‘financiële materialiteit’), en anderzijds over de impact van de onderneming op het milieu en de maatschappij (ook wel de inside-out perspective of ‘impact materialiteit’). Een onderneming hoeft op grond van de ESRS alleen te rapporteren over onderwerpen die vanuit één (of beide) van deze perspectieven materieel zijn. Uitzondering daarop zijn de rapportage-eisen die volgen uit ESRS 2 (algemene toelichtingen). ESRS 2 wordt altijd geacht materieel te zijn en dient dus ook door elke onderneming die onder het toepassingsbereik van de CSRD valt, gevolgd te worden.
Overigens maakt de ESRS onderscheid tussen daadwerkelijke verplichtingen en onderdelen waaraan vrijwillige toepassing kan worden gegeven. Zo moet elke onderneming een materialiteitsanalyse uitvoeren, maar mag zij de uitkomsten daarvan delen.
Daarnaast geldt een aantal rapportageverplichtingen nog niet direct in het eerste jaar dat de ESRS van toepassing is. Zo mogen alle ondernemingen in het eerste jaar bijvoorbeeld informatie achterwege laten over de verwachte financiële effecten in verband met onder meer water, biodiversiteit en grondstofgebruik.
Meer over ESG
Bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen op het gebied van ESG en meer in het bijzonder de CSRD (litigation)? Neem gerust contact met ons op.