
Vanaf 1 juli is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) van kracht, bedoeld om de kwaliteit van (het toezicht op) het bestuur van verenigingen en stichtingen te verbeteren. Eén van de aanpassingen die de nieuwe wet introduceert, is de bepaling over het tegenstrijdig belang. En dat is een verbetering, zegt Lisanne Vissers in een interview met Mr.-online.
De bepaling houdt in dat een functionaris alleen aan de beraadslaging en besluitvorming mag deelnemen, als er geen sprake is van een persoonlijk belang dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting of vereniging. Lisanne licht toe waarom dat van belang is: “Het huidige verenigingsrecht bepaalt dat in geval van een tegenstrijdig belang van een bestuurder de vereniging dient te worden vertegenwoordigd door een persoon aangewezen door de algemene ledenvergadering. Deze regeling zorgt in de praktijk vaak voor onduidelijkheid over de vraag door wie een verenging kan worden vertegenwoordigd. Het huidige stichtingenrecht bevat helemaal geen bepalingen ten aanzien van tegenstrijdig belang. De praktijk heeft aldus behoefte aan een duidelijke wettelijke regeling.”
De Wbtr maakt een einde aan die onduidelijkheid. “De regeling over tegenstrijdig belang verschuift van de (externe) vertegenwoordigingsfase naar de (interne) besluitvormingsfase”, zegt Lisanne. “Helaas bevat de Wbtr geen meldplicht voor een bestuurder of commissaris met een tegenstrijdig belang, daarom kan er in de praktijk (alsnog) onduidelijkheid ontstaan over (de aantastbaarheid) van een besluit. Hier ligt een belangrijke taak voor het notariaat; in de statuten kan een meldplicht worden opgenomen evenals procedures voor het verschaffen van alle relevante informatie ten aanzien van het (potentiële) tegenstrijdig belang. De wet had op dit punt strakker kunnen zijn.”
Meer over de WBTR
- Lees wat de WBTR inhoudt in het interview op MR-online of bekijk de publicatie in pdf
- Of ga naar ‘WBTR, een nieuwe werkelijkheid voor stichtingen en verenigingen‘ en lees meer over de specifieke punten van de WBTR waardoor een wijziging van de statuten van een vereniging of stichting wenselijk kan zijn.