Een arts en ziekenhuis zijn niet aansprakelijk voor schade bij patiënten die het gevolg is van door fraude veroorzaakte ondeugdelijkheid van PIP-borstimplantaten. Dat beslist de Hoge Raad naar aanleiding van prejudiciële vragen van het Hof Den Bosch.
Bij dat hof loopt een procedure tussen een patiënte en een ziekenhuis over de vraag of het ziekenhuis aansprakelijk is voor de schade die deze patiënte geleden heeft als gevolg van het feit dat bij haar een lekkend en scheurend ‘PIP’ borstimplantaat is geplaatst.
Met de fabricage en keuring van deze implantaten, die vanaf medio 2000 tot april 2010 wereldwijd vaak werden gebruikt bij borstvergrotingsingrepen, is door de Franse producent gedurende een aantal jaren op grote schaal gefraudeerd; er is bij de fabricage gebruik gemaakt van industriële (in plaats van medische) siliconen en de producent heeft de keuringsinstanties misleid. PIP-implantaten hadden een grotere kans op scheuren en lekken. De producent van de implantaten is failliet en biedt geen verhaal voor schade.
Paul Tanja stond de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (de vakvereniging van alle artsen en geneeskundestudenten) bij in de cassatieprocedure.