Publicaties
Paul Tanja en Geertje Standhardt in Bb met uitleg en kwalificatie van een overeenkomst
Paul Tanja en Geertje Standhardt gaan in dit artikel, dat is verschenen in Bedrijfsjuridische berichten, in op de jurisprudentie omtrent de kwalificatie van overeenkomsten en de bijdrage die het Inscharing arrest hieraan levert. Uitleg en kwalificatie van een overeenkomst Deze bijdrage ziet op de kwalificatie van een overeenkomst als een ‘benoemde’ overeenkomst, waarop dwingende wettelijke
Lees verder ›
De coronacrisis en MAC-clausules in M&A contracten
De waarde van een vennootschap kan als gevolg van de coronacrisis sterk zijn gedaald. Indien een koper de aandelen in die vennootschap heeft gekocht, maar de aandelen nog niet zijn overgedragen, kan de koper dan afzien van de transactie of een verlaging van de koopprijs verkrijgen? Die mogelijkheid wordt in SPA’s geregeld in een zogenaamde
Lees verder ›
Wijziging van (rechts)gevolgen van een overeenkomst bij dwaling
Een verzoek tot wijziging van de (rechts)gevolgen van een overeenkomst als alternatief voor vernietiging of schadevergoeding bij dwaling In een artikel van onze advocaat Sam van der Weiden wordt nader ingegaan op de mogelijkheid om bij dwaling – in plaats van vernietiging van de overeenkomst – de rechter op grond van artikel 6:230 lid 2
Lees verder ›
De mededelingsplicht bij dwaling omtrent financiële producten of diensten en de verhouding tot de waarschuwingsplicht
In een artikel van onze advocaat Paul Tanja, bespreekt hij op hoofdlijnen het kader voor de mededelingsplicht bij dwaling. Daarnaast gaat hij in op de mededelingsplicht in de context van een overeenkomst voor een financieel product of een financiële dienst tussen een professionele aanbieder en de klant, en op de verhouding tussen (i) de mededelingsplicht
Lees verder ›
De relatie tussen de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid en de klachtplicht
Het arrest van de Hoge Raad van 12 oktober 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1902) tussen Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. en Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen geeft aanleiding tot een beknopte beschouwing van twee onderwerpen. Allereerst het grijze gebied tussen enerzijds de vrijheid van de feitenrechter om de stellingen van partijen te interpreteren en te beoordelen, en anderzijds het
Lees verder ›
Zuivering van schuldenaarsverzuim, hoe zit het ook alweer?
Eenmaal in verzuim, kan de schuldenaar de inzet van contractuele remedies door de schuldeiser voorkomen door de schuldeiser alsnog behoorlijke nakoming én betaling van de tijdens het verzuim verschuldigd geworden schadevergoeding en kosten aan te bieden. Artikel 6:86 BW biedt hem de mogelijkheid om zijn verzuim langs die weg te zuiveren. Als de schuldeiser een
Lees verder ›
Roermondse gastronomie en de dubbele causaliteitsmaatstaf van voordeelstoerekening
Als iemand schade veroorzaakt, bijvoorbeeld doordat hij een contract niet nakomt, kan dat voor de benadeelde ook een ‘voordeel’ opleveren. Denk aan vrijgekomen werkcapaciteit die hij aanwendt voor nieuwe contracten. Kan de partij die in eerste instantie de schade veroorzaakte, betogen dat de schadevergoeding moet worden verminderd met dergelijk voordeel voor de benadeelde? In zijn
Lees verder ›
De (on)zin van een monddoodclausule
Onze advocaat Nicole Soliana schrijft in het tijdschrift Overeenkomst in de Rechtspraktijk (nummer 6, september 2018) over de zogenoemde monddoodclausule. Partijen komen door middel van een dergelijke clausule regelmatig overeen dat afstand wordt gedaan van het recht om bezwaar te maken en om beroep in te stellen tegen bepaalde toekomstige besluiten. In rechte worden monddoodclausules
Lees verder ›
Uitleg van een kettingbeding; contractsuitleg wordt een lappendeken
In zijn artikel ‘Uitleg van een kettingbeding; contractsuitleg wordt een lappendeken’ belicht onze advocaat Paul Tanja een arrest van de Hoge Raad van 2 februari j.l. (ECLI:NL:HR:2018:148). In het arrest zet de Hoge Raad uiteen welke maatstaf geldt voor de uitleg van kettingbedingen. Daaruit blijkt dat de uitlegmaatstaf verschilt naargelang degene ten opzichte van wie
Lees verder ›
Kort begrip van onvoorziene omstandigheden en vereiste van toekomstigheid
In een arrest van 13 oktober 2017 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:2615) stond een samenwerkingsovereenkomst tot realisatie van nieuwbouwwoningen centraal. Deze publicatie in Bedrijfsjuridische berichten in de rubriek ‘Contractenrecht’ van de hand van advocaat Paul Tanja, plaatst het arrest in de bredere context van het leerstuk onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW). Daarbij komt aan de
Lees verder ›