Veel boekingssites hanteren een zogenaamde Most Favoured Nation-clausule in hun contracten met hotels en reisaanbieders. Deze bepaling houdt in feite een beste prijsgarantie in: het hotel of de reisaanbieder en de boekingssite spreken af dat de prijs via de boekingssite niet hoger mag zijn dan de prijs die voor andere sites geldt of die de aanbieder zelf rekent.
Op het eerste gezicht lijkt een beste prijsgarantie goed voor consumenten; je weet immers zeker dat je de beste prijs krijgt als je via de boekingssite een hotel of reis boekt. Het grote nadeel van deze bepalingen is echter dat het de prikkel wegneemt voor andere sites om lagere prijzen te bieden. Het is immers niet mogelijk om een lagere prijs te bieden dan de site die de beste prijsgarantie heeft bedongen en dat maakt het moeilijk om marktaandeel van die boekingssite af te snoepen. Dit soort mededingingsbeperkende afspraken in verticale relaties (bijvoorbeeld in distributieovereenkomsten en agentuurovereenkomst) staan de laatste tijd nadrukkelijk in de belangstelling van de mededingingsautoriteiten.
De Duitse mededingingsautoriteit heeft in 2013 de beste prijsgarantie verboden die hotelboekingssite HRS hanteerde in haar contracten met hotels. De Engelse mededingingsautoriteit heeft onderzoek gedaan naar de Most Favoured Nation-clausules in de contracten van Booking.com en Expedia met InterContinental Hotels. Uiteindelijk liep dit onderzoek begin 2014 met een sisser af omdat Booking.com en Expedia beloofden om het kortingsverbod te verwijderen uit de contracten.
Ook in andere landen, zoals Frankrijk, Italië en Zweden liep een onderzoek naar de beste prijsgaranties die Booking.com en Expedia hadden bedongen. Dit onderzoek heeft uiteindelijk op 21 april 2015 geleid tot een Europese oplossing. Booking.com en Expedia hebben vergelijkbare contractaanpassingen toegezegd als in Engeland, met het verschil dat hotels zelf nog steeds geen lagere prijs mogen aanbieden dan via de boekingssites. De wijzigingen van de contracten gaan per 1 juli 2015 in. De Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) heeft bekendgemaakt dat de aanpassingen ook in Nederland worden doorgevoerd.
Ook buiten de reisbranche kunnen de beslissingen van de mededingingsautoriteiten ten aanzien van Most Favoured Nation-clausules gevolgen hebben. Vergelijkbare onderzoeken hebben bijvoorbeeld gespeeld in verband met de verkoop van e-books. Afhankelijk van de marktomstandigheden kunnen Most Favoured Nation-clausules in iedere handelsrelatie tussen ondernemingen (bijvoorbeeld een overeenkomst tussen een leverancier en een distributeur) leiden tot mededingingsrechtelijke knelpunten.
ACM heeft de laatste jaren steeds meer aandacht voor mededingingsrechtelijke knelpunten in de verticale relatie zoals distributie- of agentuurovereenkomsten. Zaken als Most Favoured Nation-clausules, verticale prijsbinding en online beperkingen staan dus meer en meer op de radar van de mededingingsautoriteit. Daarbij is het goed om in gedachten te houden dat de mededingingsautoriteiten de laatste jaren veel waarde hechten aan verkoop via het internet. Internetverkoop wordt gezien als een machtig instrument om een groter aantal verschillende klanten te kunnen bereiken dan met traditionele verkoopmethoden. Beperkingen op internetverkoop zullen dan ook snel (ongewenste) aandacht van mededingingsautoriteiten trekken.
Voor overleg over de mededingingsrechtelijke do’s en don’ts bij het opstellen of beoordelen van contracten kunt u uiteraard altijd contact opnemen met de auteurs van dit artikel.