Te vroeg én te laat
Illustratief is de uitspraak van 10 januari 2018 van de Brabantse voorzieningenrechter (ECLI:NL:RBZWB:2018:332). In deze zaak heeft de verhuurder op 29 september 2017 de huurder geïnformeerd dat de huurovereenkomst op 1 januari 2018 zou eindigen. Ook op 6 december 2017 stuurde verhuurder een vergelijkbaar bericht aan de huurder. Met de eerste brief informeerde de verhuurder de huurder echter twee dagen te vroeg en de tweede brief viel zes dagen te laat op de deurmat. De huurder beriep zich op huurbescherming en de voorzieningenrechter ging daarin mee. De verhuurder had niet binnen de juiste periode het einde van de huurovereenkomst aangezegd, zodat deze voor onbepaalde tijd is verlengd.
Te vroege aanzegging
Dat niet alle rechters zo strikt omgaan met de aanzeggingsverplichting van de verhuurder blijkt uit de uitspraak van 28 maart 2018 van de rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2018:1628). In deze zaak informeerde de verhuurder op 29 september 2017 de huurder over het eindigen van de huurovereenkomst per 1 januari 2018. Deze aanzegging was twee dagen te vroeg en de huurder stelde dat de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd doorliep. De kantonrechter oordeelde echter dat niet was gebleken dat huurder door de te vroege aanzegging in zijn belangen was geschaad. De huurovereenkomst eindigde dan ook op 1 januari 2018.
Wees alert!
Hoewel in het laatste geval de voorzieningenrechter soepel omgaat met de te vroege aanzegging van de verhuurder, zijn niet alle zaken gelijk en denken rechters verschillend over de formaliteit. Een tijdige aanzegging door de verhuurder bij een huurovereenkomst van woonruimte voor bepaalde tijd is dan ook van groot belang. Verhuurders, wees alert!