
Bij vonnis van 11 januari 2023 heeft de rechtbank Den Haag de vordering van Nokia tot het treffen van een voorlopige voorziening tegen Oleading B.V. en Reflection Investment B.V. (Oppo Distributeurs) met betrekking tot de vermeende inbreuk op Nokia-SEP’s afgewezen. De rechtbank wees de voorlopige voorziening af op basis van de belangenafweging, die doet denken aan haar eerdere beslissing in de zaak Sisvel/Xiaomi.
De Oppo-distributeurs betogen dat dit type zaak niet geschikt is om in een kort geding procedure te worden beslist. Met name vanwege de complexiteit van de FRAND-discussie. Zij verwijzen uitdrukkelijk naar de Nederlandse uitspraken inzake Sisvel/Xiaomi, waarin zowel de voorzieningenrechter als het hof het gevorderde verbod hadden afgewezen, omdat de belangenafweging in het voordeel van de vermeend inbreukmaker uitviel. Nokia betoogt dat de onderhavige zaak op relevante punten verschilt van Sisvel/Xiaomi, zodat de belangenafweging in haar voordeel moet uitvallen. Nokia wijst er met name op dat de rechtbank Den Haag reeds in een bodemprocedure heeft geoordeeld dat de Nokia-SEP’s geldig zijn en dat er inbreuk is gemaakt. Ook heeft de gezaghebbende Duitse regionale rechtbank van Mannheim het FRAND-verweer van Oppo reeds verworpen. De rechtbank is van oordeel dat zelfs indien zij in overeenstemming met de Duitse rechter zou oordelen over de geldigheid, de inbreuk en het FRAND-verweer, dat partijen nog steeds een groot aantal feiten en principes bij de vaststelling van de FRAND-licentievergoeding betwisten. Hieruit concludeert de rechtbank dat de kans groot is dat de bodemrechter op één of meer van deze punten een ander oordeel zal vormen
Wat betreft de overige omstandigheden die in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van de belangenafweging, sluit de rechtbank in haar vonnis aan bij de eerdere beslissingen in de zaak Sisvel/Xiaomi. De door Nokia geleden schade is beperkt en kan relatief gemakkelijk worden gecompenseerd door het toekennen van een schadevergoeding. Dit staat in schril contrast met de gevolgen van een toewijzing van een verbod voor de Oppo-distributeurs. Dat zou hen ofwel dwingen een wereldwijde licentieovereenkomst te aanvaarden, ofwel dwingen alle Nederlandse activiteiten stop te zetten. De schade die hierdoor zou ontstaan is veel moeilijker met terugwerkende kracht in een schadevergoeding te vertalen. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat de Oppo-distributeurs voldoende tegemoet zijn gekomen aan de belangen van Nokia door zekerheid te stellen voor de betaling van licentievergoedingen voor het gebruik van de Nokia-SEP’s.
Er zijn meerdere verschillen tussen de omstandigheden van deze zaak en die van Sisvel/Xiaomi. In de onderhavige zaak waren er al eindbeslissingen beschikbaar, was eiseres geen niet-praktiserende entiteit en verliepen de relevante SEP’s niet in de nabije toekomst. Deze en andere verschillen (en argumenten) waren voor de rechtbank niet voldoende om een verschuiving in de belangenafweging ten gunste van Nokia toe te staan. Dit vonnis bevestigt dus de eerdere Sisvel/Xiaomi uitspraken en laat zien dat het, hoewel niet onmogelijk, niet eenvoudig zal zijn om met succes een voorlopige voorziening te verkrijgen op basis van inbreuk op een SEP.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jaap Bremer of Maxim IJsebrands