
Anne Monique Huijg en Anne-Rieke van der Linden hebben een artikel geschreven voor het tijdschrift Bedrijfsjuridische berichten (Bb). Het artikel bespreekt hoe non-concurrentiebedingen vaak worden opgenomen in aandeelhoudersovereenkomsten om de activiteiten en waarde van de onderneming te beschermen. Deze bedingen gaan meestal gepaard met boetebedingen om naleving af te dwingen. Bij schending van het non-concurrentiebeding door een aandeelhouder die ook manager is, kan dit leiden tot een aanbiedingsverplichting van de aandelen onder de bad leaver regeling.
Hieronder een korte samenvatting van het artikel. Het volledige artikel kan je hier lezen.
Infinitspace-uitspraak
In deze zaak werd een bestuurder van Infinitspace ontslagen en beschuldigd van schending van het non-concurrentiebeding. De Rechtbank Amsterdam oordeelde dat het beding was geschonden en legde een boete op van € 602.000, die later werd gematigd tot € 100.000. De bestuurder moest ook de aandelen aanbieden tegen nominale waarde en zich houden aan het non-concurrentiebeding voor twaalf maanden na het einde van de managementovereenkomst.
QES-uitspraak
In deze zaak werd Petel Tech ontslagen als statutair bestuurder van QES en beschuldigd van schending van het non-concurrentiebeding. De Rechtbank Limburg oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was voor concurrerend handelen en dat Petel Tech geen boetes verschuldigd was en de aandelen niet hoefde aan te bieden.
Non-concurrentiebeding in aandeelhoudersovereenkomsten
Het belang van een zorgvuldige formulering van non-concurrentiebedingen, gezien de verstrekkende gevolgen bij overtreding. Ook de mededingingsrechtelijke aspecten en de risico’s van nietigheid van het beding zijn zaken om rekening mee te houden.
Boetebeding
Het boetebeding heeft twee functies: het fixeren van verwachte schade en het aansporen tot naleving van het non-concurrentiebeding. De formulering en opeisbaarheid van boetes, evenals de mogelijkheid tot matiging op grond van artikel 6:94 BW.
Matiging van de boete
De rechter kan een boete matigen als de billijkheid dit eist. In de Infinitspace-uitspraak werd de boete gematigd vanwege de buitensporige gevolgen voor de bestuurder. Een beroep op matiging is kansrijk bij de combinatie van een hoge boete en verlies van aandelen tegen een flinke korting.
Conclusie
Het is essentieel om aandacht te besteden aan de formulering van non-concurrentiebedingen en de daaraan gekoppelde boetebedingen in aandeelhoudersovereenkomsten. Dit is belangrijk om de risico’s van nietigheid en buitensporige gevolgen te minimaliseren.