Onrechtmatige gedraging bij sportbeoefening
Uitgangspunt moet volgens de Hoge Raad zijn dat de gedraging in het kader van de sportbeoefening heeft plaatsgevonden. Een sporter heeft in een dergelijke situatie minder snel onrechtmatig gehandeld. Het spel lokt namelijk gevaarlijke gedragingen uit. In tegenstelling tot personen buiten het sportveld verwachten de spelers deze gedragingen, althans tot op zekere hoogte. Binnen en buiten het sportveld gelden dus andere regels.
Overtreding spelregels ter bescherming veiligheid
Maar wat als de speler, binnen het sportveld, de spelregels overtreedt? Is er dan sprake van een onrechtmatige daad? De Hoge Raad heeft deze vraag ontkennend beantwoord. Niet elke overtreding is onrechtmatig jegens de andere speler. Wel is de overtreding van een spelregel één van meerdere factoren die meewegen bij de beoordeling van de onrechtmatigheid.
Conclusie
Om te spreken van onrechtmatig gedrag moet er naast de overtreding van de spelregels dus sprake zijn van een abnormaal en onvoorzien gevaarlijke gedraging. In het natrap-arrest werd de tackle aangemerkt als een abnormaal gevaarlijke gedraging, omdat de bal niet in de buurt was ten tijde van de overtreding. Om deze reden werd aansprakelijkheid van de speler van Achilles 94 aangenomen.
Deze auteur is niet langer werkzaam bij BarentsKrans, voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Philip Fruytier.