Op 20 juni jl. berichtte het Ministerie van VWS dat de Hervormingsagenda Jeugd definitief is vastgesteld. Cliëntenorganisaties, professionals, aanbieders, de gemeenten en het Rijk hebben allemaal instemming gekregen van hun achterban. Daarmee staat de weg open voor de grootste hervorming van de jeugdzorg sinds 2015. Inmiddels is de Hervormingsagenda toegelicht in de Tweede Kamer, waarbij enkele Kamerleden kritische noten plaatsten bij de hervormingsplannen.
Een van de redenen dat de jeugdzorgsector onder druk staat, is de wijze waarop jeugdzorg wordt ingekocht. Sinds 2015 zijn gemeenten daar zelf verantwoordelijk voor en dat leidt soms tot problemen. Bijvoorbeeld omdat de focus bij gemeenten vooral op de kosten van de jeugdhulp ligt. Daarnaast zijn er grote verschillen tussen de inkoopprocedures, voorwaarden en administratieverplichtingen die gemeenten hanteren bij de inkoop van jeugdhulp. Dat brengt hoge administratieve lasten met zich mee. In de Hervormingsagenda zijn verschillende thema’s opgenomen, waarvan een deel betrekking heeft op de manier waarop gemeenten jeugdzorg inkopen. Tijdens een Rondetafelgesprek met enkele jeugdhulpaanbieders hebben we besproken wat voor gevolgen de voorgenomen hervormingen hebben voor de inkoop van jeugdhulp. In deze bijdrage geven we een kort overzicht van een aantal beoogde hervormingen.
Landelijke en regionale inkoop van jeugdhulp
Onderdeel van de Hervormingsagenda is het voornemen om bepaalde zorgvormen landelijk of regionaal in te kopen. Bij regionale inkoop van jeugdhulp gaat het om zorgvormen waarvoor veel specialistische expertise nodig is, terwijl er slechts een beperkte zorgvraag is. Voor landelijke inkoop geldt dat in sterkere mate: zorg die in nog beperktere volumes wordt verleend en waarvoor nog specialistischere kennis nodig is. De Hervormingagenda noemt als voorbeeld hoogspecialistische anorexiazorg en forensische zorg. Door regionale en landelijke inkoop wordt de beschikbaarheid van deze zorgvormen gegarandeerd. Het zorgt ervoor dat niet in elke gemeente een jeugdhulpaanbieder voor deze zorgvormen hoeft te worden gecontracteerd, terwijl deze zorg slechts weinig of helemaal niet hoeft te worden geleverd. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht om bepaalde zorgvormen middels een beschikbaarheidsfinanciering te bekostigen. Op basis daarvan krijgen jeugdhulpaanbieders financiering voor het beschikbaar houden van een zorgaanbod in plaats van alleen voor het leveren van concrete hulp. Dat zou ook bijdragen aan het garanderen van de beschikbaarheid van deze zorgvormen.
De zorg die regionaal of landelijk wordt ingekocht is nog niet goed gedefinieerd of afgebakend. Bij jeugdhulpaanbieders bestaan daarom zorgen over de juiste afbakening van die zorgvormen. Wat valt bijvoorbeeld onder hoogspecialistische zorg en wat is de scope van forensische zorg?
Standaardisering van de inkoop van jeugdhulp
Ook bestaat het voornemen om de landelijke en regionale inkoop van jeugdhulp meer te standaardiseren. Denk daarbij aan een uniforme productomschrijving met daaraan gekoppeld uniforme kwaliteitscriteria. Daarbij wordt de mogelijkheid onderzocht om op basis van die uniforme productomschrijvingen landelijke maximumtarieven voor bepaalden zorgvormen vast te stellen. Daarnaast wordt een uniforme aanpak ontwikkeld voor de inkoop, de contractuele voorwaarden, administratie en verantwoording ten aanzien van zorg die landelijk of regionaal wordt ingekocht. Dat leidt hopelijk tot een aanzienlijke lastenvermindering, voor zowel de gemeenten als voor jeugdhulpaanbieders.
In onze visie zou het jeugdhulplandschap er baat bij hebben als de standaardisering van landelijke en regionale inkoop wordt doorgetrokken naar de inkoop op gemeentelijk niveau. Bijvoorbeeld doordat de regionale standaarden het uitgangspunt worden op basis van een ‘comply or explain’ principe. Als de wijze waarop gemeenten jeugdhulp inkopen niet meer per gemeente sterk verschilt, levert dat jeugdhulpaanbieders een hoop tijd en duidelijkheid op.
In de Hervormingsagenda is ook het voornemen opgenomen om de inkoop van jeugdhulp te vereenvoudigen. Het Rijk verkent de mogelijkheid om de Europese aanbestedingsregelgeving aan te passen, zodat het aanbesteden van zorg zo eenvoudig mogelijk kan. In de tussentijd stimuleren het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gemeenten om de jeugdhulp niet meer in te kopen door middel van openhouseprocedures, zoals nu veel gebeurt. In plaats daarvan zouden gemeenten de aanbestedingsprocedure voor sociale en andere specifieke diensten (SAS) moeten volgen. Ook dat kan leiden tot een betere kadering van de inkoopprocedures.
Gevolgen voor komende inkoopprocedures
Het is duidelijk dat de voorgenomen hervormingen in de toekomst gevolgen hebben voor de wijze waarop gemeenten jeugdhulp inkopen. Sommige gemeenten houden nu al rekening met de voorgenomen wijzigingen, bijvoorbeeld door in contracten op te nemen dat deze naar aanleiding van een wetswijziging kunnen worden aangepast. Maar niet alle gemeenten spelen al in op de komende veranderingen. Voor inschrijvers is het daarom van belang om na te gaan hoe gemeenten daarmee omgaan, bijvoorbeeld door wijzigingsclausules in te bouwen om te kunnen inspelen op een overgang van gemeentelijke naar regionale of landelijke inkoop. Onze specialisten op het gebied van aanbestedingsrecht hebben ruime ervaring met het formuleren van dergelijke vragen.
Deze auteur is niet meer werkzaam bij BarentsKrans. Mocht u nog vragen hebben over dit onderwerp, neem dan contact op met Tim Raats