Vandaag heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de langslepende procedure tussen de Krim Musea, de Staat Oekraïne en het Allard Pierson Museum. De inzet van de zaak is de vraag aan wie het Allard Pierson Museum een kostbare en oudheidkundig gezien bijzondere collectie gouden sieraden en munten moet retourneren. De collectie wordt door Oekraïne als belangrijk cultureel erfgoed beschouwd.
De collectie was voor 2014 ondergebracht bij een viertal musea op de Krim. Tijdens een bruikleenperiode aan het Allard Pierson Museum werd de Krim door Rusland geannexeerd. De musea eisten de stukken bij de Nederlandse rechter van het Allard Pierson Museum terug. Oekraïne is tussengekomen in de Nederlandse procedure en eiste dat de collectie niet aan de musea, maar aan Oekraïne zelf zouden worden teruggestuurd. Het hof Amsterdam oordeelde dat de stukken op basis van het Oekraïense museumwetregime aan Oekraïne geretourneerd moesten worden. Dat wettelijke regime heeft volgens het hof in Nederland een voorrangsregelkarakter.
De Krim musea komen in cassatie tegen dat oordeel op. De musea klaagden dat het oordeel van het hof een inbreuk vormt op hun recht op eigendom op de voet van artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Daarnaast klaagden zij over het voorrangsregelkarakter van het Oekraïense museumwetregime. De Hoge Raad heeft die klachten verworpen. De zaak is daarmee ten einde gekomen.
Jan-Paul Heering en Hugo Boom stonden de Staat Oekraïne bij. Zie ook het persbericht van de Hoge Raad van vandaag en de berichtgeving van NOS over de oorlog in Oekraïne.