11 november 2016
Leestijd: 2 minuten

Baanbrekend arrest Hoge Raad: flexwerk langer mogelijk

Vrijdag 4 november jl. heeft de Hoge Raad in de zaak Care 4 Care/StiPP (ECLI:NL:HR:2016:2356) beslist dat ‘payrolling’ onder de wettelijke regels voor de ‘uitzendovereenkomst’ valt (art. 7:690-691 BW). Aan onzekerheid in de rechtspraak en literatuur is daarmee een einde gekomen. De Hoge Raad verwerpt de gedachte dat van uitzendarbeid alleen sprake is indien de bij de derde te verrichten arbeid tijdelijk is (‘piek of ziek’), of een andere ‘allocatiefunctie’ heeft (het bij elkaar brengen van vraag en aanbod naar tijdelijke arbeid). Indien dit voor werknemers tot ongewenste resultaten leidt, is het volgens de Hoge Raad aan de wetgever om in te grijpen.

Wel wijst de Hoge Raad er op dat de rechter de mogelijkheid heeft (i) de regels betreffende de uitzendovereenkomst zo uit te leggen dat strijd met de ratio van die regels wordt voorkomen of (ii) een beroep op die regels naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te oordelen. Waar detacheringsbureaus en payrollbedrijven onder de soepele flexregels van uitzendbureaus vallen, kunnen ze onder meer hun personeel maximaal 5,5 jaar op tijdelijke contracten laten werken in plaats van al na twee jaar (zoals bij andere werkgevers). Er zijn ongeveer 200.000 payrollers in Nederland en 200.000 gedetacheerden.

Verwacht wordt dat de uitspraak van de Hoge Raad leidt tot meer tijdelijke contracten. De uitspraak is volgens de media een teleurstelling voor minister Asscher, die met de nieuwe Wet Werk en Zekerheid beoogde werknemers met een tijdelijk contract sneller aan een vaste baan te helpen. Zie onder meer het artikel in De Volkskrant ‘Hoge Raad: payroller is soort uitzendkracht’. De Minister heeft inmiddels aangekondigd het gat in de wet te dichten, maar dat zal in een volgende regeerperiode zijn. Rieme-Jan Tjittes en Frank Dekker hebben als cassatieadvocaten namens Care 4 Care de uitspraak van de Hoge Raad uitgelokt.