Op 24 mei 2024 heeft de Europese Raad – na lange en intensieve onderhandelingen – een nieuwe Europese duurzaamheidsrichtlijn aangenomen, de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). De CSDDD is op 5 juli 2024 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, en treedt op 25 juli 2024 in werking. Kort gezegd formuleert de CSDDD due diligence-verplichtingen voor bepaalde grote ondernemingen in hun activiteitenketen op het gebied van mensenrechten en milieu.
In een eerdere blog schreven wij al over het voorstel voor de CSDDD. De uiteindelijke tekst van de CSDDD is in het onderhandelingsproces op een aantal onderdelen aanzienlijk afgezwakt. In deze blog zullen wij een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van het voorstel uiteenzetten.
Beperking reikwijdte CSDDD
Waar de CSDDD eerst van toepassing zou worden op ondernemingen met meer dan 500 werknemers en een omzet van minimaal € 150 miljoen, is de reikwijdte in de definitieve versie flink teruggedrongen. De CSDDD is nu alleen van toepassing op ondernemingen met meer dan 1.000 werknemers en een omzet van minimaal € 450 miljoen. Er gelden daarnaast niet langer lagere drempels voor specifieke ‘risicosectoren’ (zoals de landbouw- en textielsector). Verder is de CSDDD nu ook van toepassing op ondernemingen die royalty’s ontvangen uit franchise- of licentieovereenkomsten binnen de EU van meer dan EUR 22,5 miljoen, en een omzet hebben van meer dan EUR 80 miljoen (artikel 2 CDDDD).
Verwacht wordt dat (slechts) circa 0,05% van de EU-ondernemingen rechtstreeks binnen het bereik van de CSDDD valt.[1] Maar andere ondernemingen kunnen wel indirect geraakt worden door CSDDD, wanneer zij zakenpartner zijn van ondernemingen die wel onder het bereik ervan vallen.
Beperking due diligence verplichtingen in activiteitenketen
Wat is gebleven, is dat de due diligence verplichtingen uit de CSDDD niet alleen zien op de eigen activiteiten van de onderneming, maar ook op die van hun dochtervennootschappen en de partijen met wie zaken wordt gedaan.
Wel is de omvang van het due diligence onderzoek ingeperkt: ten aanzien van de zakenpartners van een onderneming (zowel toeleveranciers (‘upstream’) als klanten (‘downstream’)) hoeft dit onderzoek geen betrekking meer te hebben op activiteiten die verband houden met de vernietiging/verwijdering van een product. Daarnaast gaat het bij het due diligence onderzoek naar activiteiten van klanten nog uitsluitend om directe klanten. Activiteiten van klanten van klanten hoeven dus niet meer te worden meegenomen in het onderzoek (artikel 3 sub g CSDDD).
Voor de financiële sector bevat CSDDD een belangrijke uitzondering: zij hoeven het due diligence onderzoek alleen uit voeren voor de eigen activiteiten en die van hun toeleveranciers (het upstream deel van hun activiteitenketen, zie considerans onder 26 CSDDD).
Koppeling beloningsbeleid bestuurders en klimaattransitieplan verwijderd
De verplichting voor bepaalde grote ondernemingen om bij het vaststellen van een beloningsbeleid voor bestuurders rekening te houden met de implementatie van een klimaattransitieplan – als financiële prikkel ter bevordering daarvan – is verwijderd (artikel 22 CSDDD).
Geen zorgplicht voor bestuurders
Een ander belangrijk onderwerp in de discussie tussen de Raad en het Europees Parlement was het al dan niet introduceren van een zorgplicht van bestuurders. Tot opluchting van veel – en waarschijnlijk alle – bestuurders is een bepaling geschrapt op basis waarvan zij rekening zouden moeten houden ‘met de gevolgen van hun beslissingen voor duurzaamheidskwesties, met inbegrip van, waar van toepassing, de gevolgen voor mensenrechten, klimaatverandering en milieu, ook op korte, middellange en lange termijn’.
Civiele aansprakelijkheid
Ook de civiele aansprakelijkheid van ondernemingen is ingeperkt: ondernemingen kunnen slechts worden verplicht een schadevergoeding te betalen wanneer zij opzettelijk of uit onachtzaamheid de due diligence verplichtingen van artikel 10 en 11 CSDDD schenden, en daardoor schade is geleden. Toegevoegd is bovendien dat een onderneming niet aansprakelijk kan worden gesteld als de schade uitsluitend door haar zakenpartners in haar activiteitenketen is veroorzaakt (artikel 29 CSDDD).
Gefaseerde inwerkingtreding CSDDD
De lidstaten krijgen twee jaar de tijd (tot 26 juli 2026) om de CSDDD in nationale wetgeving om te zetten. Grotere bedrijven met meer dan 5.000 werknemers en een omzet van minimaal € 1,5 miljard dienen binnen drie jaar aan de regels te voldoen (vanaf 26 juli 2027). Bedrijven met meer dan 3.000 werknemers en een omzet van minimaal € 900 miljoen dienen vanaf 26 juli 2028 aan de regels te voldoen. Bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en 450 miljoen omzet, oftewel alle overige ondernemingen waarop de CSDDD van toepassing is, hebben daarvoor tot 26 juli 2029 de tijd (artikel 37 CSDDD).
Kortom, hoewel de CSDDD uiteindelijk in reikwijdte en omvang aanzienlijk is ingeperkt, zal de impact aanzienlijk blijven. De bedrijven die wél onder het toepassingsbereik van de CSDDD vallen, zijn immers groot en zetten daarmee de toon voor de markt. Bovendien is gebleven dat deze bedrijven ook hun hele activiteitenketen onder de loep moeten nemen. Dit betekent dat zij ook van de (kleinere) ondernemingen waarmee zij zakendoen bepaalde maatregelen, garanties en/of rapportages zullen verwachten. De CSDDD heeft daarmee indirect nog steeds een groot bereik.
Bent u benieuwd wat wij verder voor u kunnen betekenen op het gebied van ESG? Neem gerust contact met ons op.
[1] REACTION CSDDD endorsement brings us 0.05% closer to corporate justice – ECCJ.