“Wie zich beroept op het rechtsgevolg van een feit, draagt de bewijslast van dat feit”, zo luidt de hoofdregel in ons bewijsrecht. Maar wat nou als u iets stelt, maar het bewijs daarvan niet kunt overleggen omdat alleen de wederpartij over dat bewijs beschikt? Kan dan nog wel van u gevraagd worden te bewijzen? Onlangs liet de Hoge Raad (ECLI:HR:2022:1058) zich uit over een situatie waarin het ging om de bewijslast van het feit dat subsidies al dan niet ontvangen zouden zijn.
De casus
Allerzorg B.V. geeft Finaal Adviesgroep B.V. opdracht om onderzoek te doen naar mogelijke fiscale en personele kostenbesparingen (voornamelijk subsidies) bij Allerzorg. Partijen sluiten een overeenkomst van opdracht waarin zij onder meer afspreken dat Finaal Adviesgroep zal werken op basis van een success fee. De overeenkomst bepaalt dat deze success fee gelijk zal zijn aan 22,5% van het financiële voordeel dat Allerzorg verkrijgt als gevolg van het onderzoek. Per e-mail spreken partijen af dat de success fee opeisbaar wordt nadat Allerzorg (juridische) zekerheid heeft gekregen dat de subsidies / kortingen en besparingen ontvangen zullen gaan worden. Finaal Adviesgroep voert haar onderzoek uit, rapporteert een totale kostenbesparing van ruim EUR 200.000 te hebben geïdentificeerd en brengt circa EUR 60.000 aan success fee in rekening. Allerzorg weigert de success fee te voldoen waarop Finaal Adviesgroep betaling vordert bij de rechtbank.
De rechtbank overweegt dat Allerzorg bij het aangaan van de overeenkomst niet rechtsgeldig is vertegenwoordigd en wijst de vordering van Finaal Adviesgroep af. In hoger beroep oordeelt het hof dat zelfs indien er wél een rechtsgeldige overeenkomst tot stand zou zijn gekomen, de vordering van Finaal Adviesgroep alsnog afgewezen zou moeten worden. Het hof overweegt daartoe dat de success fee niet opeisbaar is nu gesteld noch gebleken is dat Allerzorg de benodigde (juridische) zekerheid heeft verkregen dat de geïdentificeerde subsidies / besparingen gerealiseerd zullen gaan worden. Volgens het hof was het aan Finaal Adviesgroep om aan te tonen voor welke subsidies e.d. Allerzorg dankzij haar inspanningen voldoende juridische zekerheid heeft verkregen. Dit heeft zij echter nagelaten, aldus het hof.
Hoge Raad 8 juli 2022 (ECLI:HR:2022:1058)
In cassatie ligt – onder meer – de vraag voor op wiens weg het ligt om aan te tonen welke kortingen, subsidies of besparingen Allerzorg daadwerkelijk heeft gerealiseerd. De Hoge Raad overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat fiscale gegevens (zoals de betreffende subsidies/besparingen) slechts aan de betrokkene zelf kenbaar worden gemaakt. Van Finaal Adviesgroep kan volgens de Hoge Raad dan ook niet worden gevergd dat zij een stelling onderbouwt voor zover die voor de onderbouwing benodigde gegevens zich bevinden in het domein van de wederpartij en zij daar geen toegang tot heeft. Bij die stand van zaken ligt het eerder op de weg van Allerzorg om in het kader van haar betwisting zodanige feitelijke gegevens te verstrekken dat zij Finaal Adviesgroep aanknopingspunten verschaft voor een eventuele nadere onderbouwing van haar stelling. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden en verwijst het geding naar het hof ’s-Hertogenbosch.
Conclusie
Ondanks het feit dat Finaal Adviesgroep nog een aantal hobbels zal moeten nemen om tot toewijzing van haar vordering te komen, levert dit arrest een nuttige bijdrage aan de rechtspraktijk op.
Met zijn uitspraak van 8 juli 2022 bevestigt de Hoge Raad dat van een partij niet kan worden gevergd dat zij een stelling onderbouwt voor zover voor die onderbouwing benodigde gegevens zich bevinden in het domein van de wederpartij en zij daar geen toegang tot heeft. Dit is volgens de Hoge Raad in ieder geval aan de orde wanneer het gaat om fiscale gegevens zoals subsidies. In dergelijke gevallen geldt een beperkte(re) stelplicht en rust op de wederpartij een verzwaarde motiveringsplicht.
Voor meer informatie zie ECLI:HR:2022:1058 of neem contact op met de auteur van deze blog.