In de zaak van Cartel Damages Claims tegen het natriumchloraatkartel heeft het hof Amsterdam op 4 februari geoordeeld dat geen van de vorderingen is verjaard, c.q. dat het toepassen van verjaringstermijnen in strijd zou komen met het Europese effectiviteitsbeginsel.
Dit vormt een grote steun in de rug voor de kartelschadepraktijk. Kartels blijven immers lange tijd geheim en benadeelden beschikken daarom over te weinig kennis om hun vorderingen te kunnen instellen. Ook wanneer zij informatie krijgen over het bestaan van het kartel dienen zij voldoende tijd te hebben om onderzoek te verrichten naar de schadelijke gevolgen, aldus het hof. Benadeelden mag ook geen verjaringstermijn worden tegengeworpen, zolang er tegen de beschikking van de Europese Commissie nog een beroepsprocedure loopt.
Het oordeel van het hof is in lijn met het Cogeco arrest van het Europese Hof van Justitie uit 2019. De kans dat karteldeelnemers zich nog met succes op verjaring kunnen beroepen is met deze gezaghebbende uitspraken aanmerkelijk kleiner geworden.
Het hof heeft voorts alle grieven tegen ons cessiemodel verworpen. Eerder hadden rechtbanken reeds geoordeeld dat het cessiemodel, waarmee vorderingen van benadeelden worden overgedragen aan een rechtspersoon die als enige eiseres de procedure voert, een effectieve wijze is om compensatie te verkrijgen. De Kartelschaderichtlijn, die inmiddels in alle lidstaten is geïmplementeerd, heeft de positie van ons cessiemodel verder versterkt.
CDC wordt in deze zaak bijgestaan door Martijn van Maanen, Tom Hoyer en Jan-Willem de Jong.