De stikstofcrisis is wellicht tot een hoogtepunt gekomen: boeren mogen vanaf 2026 minder mest uitrijden; de Raad van State haalde een streep door vergunningen voor emissiearme stallen; en de supermarkten houden zich nog altijd afzijdig bij het zoeken naar oplossingen. Dat stelt de sector voor uitdagingen die om samenwerking vragen. Maar is samenwerking wel toegestaan? Boeren, verwerkers, groothandelaren en supermarkten hebben recent van de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) meer duidelijkheid gekregen over afspraken die zij onderling kunnen maken voor duurzamere productie in de nieuwe Leidraad samenwerking landbouwers (de “Leidraad”). Moira Lanters en Tim Raats bespreken de Leidraad in deze blog.
Het “wat” en “waarom” van de Leidraad samenwerking landbouwers
De Leidraad is van belang omdat het kartelverbod (artikel 6 Mededingingswet en artikel 101 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie) eraan in de weg staat dat ondernemingen met hun gezamenlijke gedrag de concurrentie beperken. In het verleden zijn daarom wel eens goedbedoelde initiatieven zoals de Kip van morgen voor duurzaam kippenvlees door de ACM verboden.
De ACM heeft eerder een algemene Leidraad samen tussen concurrenten gepubliceerd waarin de algemene toepassing van de mededingingsregels op samenwerkingsverbanden in meer detail wordt toegelicht. Daarnaast publiceerde de ACM de Leidraad duurzaamheidsafspraken, die specifiek ingaat op samenwerkingsverbanden in het kader van duurzaamheidsinitiatieven. De Leidraad duurzaamheidsafspraken is bedoeld voor bedrijven in alle sectoren en gaat dan ook niet in op de regels die specifiek gelden voor de landbouwsector.
De ACM bespreekt in de Leidraad juist wel de mogelijkheden die specifiek gelden voor de landbouwketen. In de landbouwsector zijn namelijk ruimere mogelijkheden voor samenwerking dan in andere sectoren. Inmiddels zijn er verschillende mogelijkheden om samen te werken op basis van de GMO-verordening en de algemene mededingingsregels. Om partijen een overzicht te geven van deze mogelijkheden heeft de ACM de Leidraad opgesteld.
De Leidraad is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel bespreekt de ACM de bijzondere samenwerkingsvormen die mogelijk zijn voor landbouwers, zoals productenorganisaties of brancheorganisaties. Daarna bespreekt de ACM kort de algemene mededingingsregels en hoe binnen die regels initiatieven kunnen worden ontplooid. Daarbij gaat de ACM in op specifieke vormen van samenwerking.
Producentenorganisaties, brancheorganisaties en overige samenwerkingsvormen
De ACM licht toe dat landbouwers mogen samenwerken bij de productie en verkoop van hun producten. Dit helpt hen om hun onderhandelingspositie ten opzichte van afnemers te versterken. Vaak lukt het boeren niet om een vuist te maken tegen de grotere partijen in de keten zoals de verwerker, groothandel of supermarkt. Boeren kunnen samen optrekken om tegenwicht te bieden. Dit kan bijvoorbeeld in een georganiseerde vorm zoals een erkende producentenorganisatie (“PO”). Binnen een PO kunnen, onder voorwaarden, afspraken worden gemaakt over productie en verkoop van de producten van deelnemers. Het is ook mogelijk om de krachten te bundelen binnen een brancheorganisatie. Daarbinnen kunnen meerdere schakels zoals productie-, verwerking- en afzetkanalen samenwerken.
Daarnaast zijn er mogelijkheden voor landbouwers (en hun afnemers) om samen te werken in het kader van duurzame productie. Voor de situatie waarin partijen een duurzaamheidsinitiatief ontplooien dat verder gaat dan de wettelijke eisen, is sinds kort een specifieke uitzondering opgenomen in de GMO-verordening. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat de afspraken daadwerkelijk noodzakelijk moeten zijn om de duurzaamheidsnorm te halen. De ACM bespreekt deze mogelijkheid kort in de Leidraad. Uitgebreidere handvatten volgen in de toekomst. Uiterlijk in december 2023 publiceert de Europese Commissie richtsnoeren waarin deze samenwerkingsmogelijkheid wordt toegelicht.
Specifieke samenwerkingsvormen zoals erkenningsregelingen gezamenlijke inkoop en advies
De ACM heeft in het tweede deel van de Leidraad in kaart gebracht wanneer samenwerking tussen ondernemingen in algemene zin is toegelaten. De ACM benoemt twee mogelijkheden:
- Ten eerste beschrijft de ACM dat het kartelverbod niet geldt voor afspraken tussen een beperkt aantal kleine ondernemingen. Dergelijke afspraken hebben immers geen noemenswaardig effect op de mededinging.
- Ten tweede bespreekt de ACM een uitzondering op het kartelverbod voor afspraken die economische voordelen met zich meebrengen. Met andere woorden: een mededingingsbeperkende afspraak kan toch toegelaten zijn als de voordelen ervan opwegen tegen de nadelen. Die voordelen moeten dan wel ten goede komen aan de partijen die te maken krijgen met de nadelen van een afspraak (bijvoorbeeld de klanten die een hogere prijs moeten betalen). Daarnaast moet de afspraak nodig zijn om de voordelen te realiseren en moet er voldoende concurrentie overblijven.
Conclusie
De Leidraad is een welkome handreiking voor een sector die momenteel vooral veel verliezers – en een paar grote winnaars – kent. Ook geeft het inzicht in hoe de ACM nieuwe wetgeving vanuit Europa interpreteert en welke kansen zij ziet. Hopelijk zal dit de sector inspireren tot nieuwe oplossingen voor bestaande problemen.
BarentsKrans deed eerder mee met een marktconsultatie voor de GMO-verordening. Lees de reactie van BarentsKrans in samenwerking met LTO hier.