Op 18 september jl. verdedigde Hugo Boom met succes zijn proefschrift over rechtsverwerking en klachtplichten aan de Universiteit Leiden. Hugo is verbonden aan de praktijkgroepen cassatie en commerciële contracten en was daarnaast de afgelopen vier jaar als promovendus verbonden aan de Universiteit Leiden.
Over het proefschrift
Het onderwerp van Hugo’s proefschrift is voor de praktijk van groot belang. De wettelijke klachtplichten bepalen dat de schuldeiser al zijn claims verliest wanneer hij niet binnen een bepaalde termijn klaagt over een tekortkoming in de prestatie van de schuldenaar. Commerciële partijen komen bovendien zeer geregeld zelf contractuele klachtplichten overeen.
Deze klachtplichten zijn vormen van de algemenere regel van rechtsverwerking. Deze regel houdt in dat een schuldeiser geen beroep meer kan doen op zijn rechten tegenover de schuldenaar als zijn eerdere gedrag tot gevolg heeft dat de schuldenaar onredelijk wordt benadeeld. De schuldeiser wacht bijvoorbeeld zo lang met enige actie dat de schuldenaar geen bewijs meer beschikbaar heeft om zich nog fatsoenlijk tegen de claims van de schuldeiser te kunnen verdedigen. De regel is ook toepasbaar als de schuldenaar erop vertrouwde dat de schuldeiser geen werk meer zou maken van zijn claim.
Beide figuren stellen dus een sanctie op passief of inconsistent gedrag. Het verweer dat de schuldeiser zijn klachtplicht heeft geschonden of zijn rechten heeft verwerkt wordt in juridische procedures vaak gevoerd. Vrijwel iedere civiele praktijkbeoefenaar of bedrijfsjurist krijgt ermee te maken.
In zijn proefschrift behandelt Hugo verschillende vragen over dit onderwerp die voor de praktijk relevant zijn. Wanneer zijn de klachtplichten wel of niet van toepassing? Wat is de verhouding van deze regels tot het verjaringsrecht? Hoe kun je contractuele klachtplichten het beste vormgeven? Het boek raakt onder andere aan deze praktische thema’s.
Het boek is uitgegeven in de serie Recht en Praktijk van Wolters Kluwer en kan hier worden besteld.