Aanbestedingsrecht
HR 18 mei 2018 (JCDecaux/SEM c.s en JCDeceax/RET c.s.)
ECLI:NL:HR:2018:720 en ECLI:NL:HR:2018:722
Zijn aanbestedingsrechtelijke beginselen geschonden bij onderhands gesloten concessieovereenkomsten voor grondgebied en moesten de concessieovereenkomsten in regio Rotterdam openbaar worden aanbesteed?
Aansprakelijkheidsrecht
HR 4 februari 2022
ECLI:NL:HR:2022:121
Slagende motiveringsklachten tegen het oordeel van het hof dat VvE en Q-Park aansprakelijk zijn voor schade die is veroorzaakt door een sinkhole onder een winkelcentrum in Heerlen.
HR 15 oktober 2021
ECLI:NL:HR:2021:1534
Afwikkeling van de aardbevingsschade Groningenveld. Onrechtmatigheid van hinder en overlast jegens bewoners. Vraag wanneer aanspraak bestaat op vergoeding van vermogensschade wegens gederfd woongenot, en op vergoeding van immateriële schade. Belang van de omstandigheid hoe vaak de bewoner fysieke schade aan de woning heeft gehad. Omvang immateriële schadevergoeding.
HR 29 januari 2021 (Sloepenbedrijf)
ECLI:NL:HR:2021:149
Buitencontractuele aansprakelijkheid/zorgplicht van accountant jegens derden bij uitoefening van een niet-wettelijke taak. Alle omstandigheden van het geval zijn van belang.
HR 19 juni 2020
ECLI:NL:HR:2020:1078
Aansprakelijkheid van een advocaat. Advies tot het omleiden van een geldbedrag via de derdengeldrekening, waardoor het pandrecht van de bank teniet gaat. Beroep op het ontbreken van causaal verband met de schade van de bank; novum in cassatie. Heeft de stichting derdengelden een onderzoeksplicht en is verhaal mogelijk op het saldo van de derdengeldrekening?
HR 10 januari 2020
ECLI:NL:HR:2020:20
Verjaring (artikel 3:310 lid 1 BW): bekendheid met de schade en met de aansprakelijke persoon. Het hof heeft de feitelijke grondslag van het beroep op verjaring ten onrechte aangevuld.
HR 4 oktober 2019
ECLI:NL:HR:2019:1489
(Indirect) bestuurder van BV verstrekt namens BV geldlening aan andere BV zonder zekerheid te bedingen. Gedeeltelijke terugbetaling van de lening, waarna schuldenares failleert. Aansprakelijkstelling bestuurder op grond van onbehoorlijk bestuur. Is verjaring van de vordering (tijdig) gestuit?
HR 22 februari 2019 (NVM-Meetinstructie II)
ECLI:NL:HR:2019:269
Is de makelaar aansprakelijk voor onjuiste informatie over woonoppervlakte van de woning? Bepalen van de omvang van de schade.
HR 11 januari 2019 (X/Notaris)
ECLI:NL:HR:2019:4
De zorgvuldigheidsplicht van een notaris: wat mag er van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot worden verwacht? Stelplicht en bewijslast.
HR 13 juni 2018 (NVM-Meetinstructie)
ECLI:NL:HR:2018:1176
Is NVM-(verkoop)makelaar aansprakelijk jegens koper voor de vermelding van woonoppervlakte in verkoopbrochure die niet gemeten is volgens de voor NVM-makelaars verplichte meetinstructie?
HR 14 juli 2017
ECLI:NL:HR:2017:1355
Samenhangende overeenkomsten tussen o.a. projectontwikkelaar en koper, gevolgd door wijzigingsovereenkomsten. Een bij het project betrokken derde vordert schadevergoeding uit onrechtmatige daad van de koper. Moest de koper rekening houden met de belangen van de derde? Is wanprestatie noodzakelijk voor toepassing van de rechtsregels uit de arresten Vleesmeesters/Alog (HR 24 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069) en Wierts/Visseren (HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT7496).
HR 2 juni 2017 (Zalco)
ECLI:NL:HR:2017:987
Toezichthoudersaansprakelijkheid van Arbeidsinspectie voor onvoldoende toezicht op naleving asbestverbod
Arbeidsrecht
HR 24 november 2023
ECLI:NL:HR:2023:1622
Maaltijdbezorger Deliveroo valt onder de algemeen verbindend verklaarde cao voor het Beroepsgoederenvervoer en de verhuur van mobiele kranen. Ook de beslissing dat Deliveroo verplicht aangesloten is bij het bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg, blijft in stand.
HR 7 juli 2023
ECLI:NL:HR:2023:1058
Vergoeding ter grootte van het loon over de opzegtermijn na ontslag op staande voet (art. 7:677 lid 2 en 3 BW). Welke opzegtermijn bepaalt de vergoeding?
HR 20 januari 2023
ECLI:NL:HR:2023:65
Overgang van onderneming: in hoeverre dient bij vervreemder opgebouwde senioriteit door verkrijger te worden gehandhaafd?
HR 17 juni 2022
ECLI:NL:HR:2022:894
Concurrentiebeding: moet bij de belangenafweging op grond van art. 7:653 lid 3 onder b BW ook het belang van de werkgever om werknemer nog een zekere tijd in dienst te houden worden meegewogen?
HR 28 mei 2021
ECLI:NL:HR:2021:781
Ontbinding arbeidsovereenkomst o.g.v. art. 7:669 lid 3 onder e BW (verwijtbaar handelen). Ontslag op deze grond alleen mogelijk als laatste redmiddel?
HR 5 februari 2021
ECLI:NL:HR:2021:188
Uitleg art. 7:672 lid 1 BW en art 7:686a lid 4, onder b, BW. Opzegging arbeidsovereenkomst “per” eerste dag van de maand en termijn voor indienen transitievergoeding-verzoekschrift.
HR 24 januari 2020 (Leeftijdsdiscriminatie)
ECLI:NL:HR:2020:114
Is een in een sociaal plan voorziene regeling over maximering van een ontslaguitkering in strijd met het verbod van leeftijdsdiscriminatie?
HR 24 mei 2019
ECLI:NL:HR:2019:792
Caribische zaak. Identiteitsbehoud bij overgang van onderneming (casino in hotel), art. 7A:1615db BWA (art. 7:662 BW).
HR 13 juli 2018
ECLI:NL:HR:2018:1213
Uitleg van pensioentoezegging in brief. Zijn de pensioenaanspraken correct afgefinancierd? Klachten over de afwijzing van afzonderlijke vordering tot affinanciering van een tweede pensioenregeling
HR 6 april 2018 (X/Gemeente Rheden)
ECLI:NL:HR:2018:536
Werkgeversaansprakelijkheid voor schade als gevolg van asbestblootstelling ex art. 7:658 BW: de arbeidsrechtelijke omkeringsregel geldt ook bij bewijs causaal verband tussen blootstelling aan asbest en ontstaan van mesothelioom.
HR 3 februari 2017
ECLI:NL:HR:2017:139
Vervolg van HR 14 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:625. Uitleg toezegging weduwenpensioen aan de echtgenote van voormalige werknemer.
Bancaire zorgplicht
HR 11 oktober 2019
ECLI:NL:HR:2019:1500
Bancaire zorgplicht. Informatieverstrekking bij renteswap. Aan beroep op dwaling te stellen eisen. Mededelingsplicht bank geschonden. Ongedaan-making en waarde-vergoeding o.g.v. art. 6:210 lid 2 BW?
HR 7 april 2017
ECLI:NL:HR:2017:632
Zorgplicht van de bank jegens een advocatenkantoor met commerciële praktijk bij de acceptatie van een cheque. Klachten over het passeren van stellingen en het daarop gebaseerde bewijsaanbod. Toepasselijke rentepercentage.
Energierecht
HR 19 september 2018 (Energyclaim c.s. / Staat)
ECLI:NL:HR:2018:1973
Is de Staat aansprakelijk jegens erkende deskundigen die energielabels verstrekken vanwege niet-tijdige of onjuiste omzetting van Europese richtlijnen betreffende de energieprestatie van gebouwen?
Erfrecht
HR 10 november 2023
ECLI:NL:HR:2023:1531
De erflater heeft in 2006 zijn toenmalige echtgenote tot enig erfgenaam benoemd en subsidiair zijn broer. Nadien is erflater hertrouwd en heeft hij kinderen gekregen. Na overlijden van erflater vordert zijn weduwe een verklaring voor recht dat broer van erflater geen rechten kan ontlenen aan testament. Bij de uitleg van een testament kunnen niet alleen de verwachtingen van de erflater tijdens het opmaken van zijn testament, maar ook feiten en omstandigheden van daarna worden betrokken.
HR 16 september 2022
ECLI:NL:HR:2022:1211
Is een schuld uit hoofde van lening van één van de kinderen aan de nalatenschap verjaard? Het hof heeft de vordering met betrekking tot rente en waarde effectenportefeuille niet begrijpelijk uitgelegd.
Faillissementsrecht
HR 11 december 2020 (HSK/X)
ECLI:NL:HR:2020:2004
De schuldeiser die een faillissement uitlokt dat naderhand op grond van een rechtsmiddel wordt vernietigd is alleen aansprakelijk voor de schade die de schuldenaar daardoor lijdt, indien hij wist of behoorde te weten dat de grond voor het uitspreken daarvan ontbrak of indien hij met de faillissementsaanvraag anderszins misbruik van zijn bevoegdheid heeft gemaakt.
HR 7 juni 2017
ECLI:NL:HR:2017:1280
Intrekking surseance van betaling en faillietverklaring o.g.v. art. 242 Fw. Uitzondering op toepasselijkheid Nederlands recht i.v.m. herstructurering groep in buitenland? Vereisten benadelend handelen als grond voor intrekking surseance. Is instemming met aanbod akkoord van groep een daad van beheer of beschikking?
HR 2 juni 2017 (Ondernemingsraad DA Retailgroep c.s./Da Retailgroep c.s)
ECLI:NL:HR:2017:982
Geldt adviesrecht ondernemingsraad (art. 25 WOR) ook tijdens faillissement? Komen de kosten van de procedure ex. art. 22 WOR voor rekening van de boedel?
HR 24 juni 2016
ECLI:NL:HR:2016:1294
Tweede faillissement. Aanvang verjaringstermijn van gedurende het eerste faillissement ontstane rentevorderingen.
HR 15 november 2013 (Romania Beheer)
ECLI:NL:HR:2013:1244
Beëindiging bedrijfsruimtehuur door curator na faillissement huurder (art. 39 Fw). Geen inroepbaarheid jegens de boedel van contractueel schadevergoedingsbeding. Wel rechtsgeldig en inroepbaar jegens huurder en derde die zich garant heeft gesteld.
Gezondheidsrecht
HR 10 november 2023
ECLI:NL:HR:2023:1528
Grensoverschrijdende zorg door een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. De zorgverzekeraar vergoedt 80% van gemiddeld gecontracteerde tarief. Verzekerden vorderen de betaling volledig in rekening gebracht tarief. Het hinderpaalcriterium vormt geen ongerechtvaardigde belemmering voor het vrije verkeer van diensten op het gebied van gezondheidszorg. Evenmin is deze systematiek direct of indirect discriminerend voor buitenlandse niet-gecontracteerde zorgaanbieders.
HR 21 april 2023
ECLI:NL:HR:2023:664
De grenzen aan vergoeding van zorgkosten bij een restitutiepolis en de vraag of daarbij een ‘afkaptarief’ mag worden gehanteerd
HR 9 december 2022
ECLI:NL:HR:2022:1791
Is het hinderpaalcriterium in art. 13 lid 1 van de Zorgverzekeringswet bij naturapolissen in strijd is met de Richtlijn Solvabiliteit II?.
HR 14 oktober 2022
ECLI:NL:HR:2022:1456
De schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij digitale procedure voor zorginkoop. De Hoge Raad bevestigt diens eerdere rechtspraak. Voor toerekening kan plaats zijn als de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Van dergelijke feiten en omstandigheden kan ook sprake zijn ingeval van een niet-doen, waaronder het laten voortbestaan van een bepaalde situatie.
HR 7 juni 2019
ECLI:NL:HR:2019:853
Handelt zorgverzekeraar in strijd met het ‘hinderpaalcriterium’ (art. 13 lid 1 Zvw) en daarmee onrechtmatig jegens een niet-gecontracteerde zorgverlener door toepassing van een generieke korting van 25% over de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg?
Goederenrecht/verjaring
HR 30 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:1010
Eigendomsverkrijging door verjaring van strook grond die van het buurperceel is afgescheiden door een muur.
Grondrechten
HR 15 juli 2022
ECLI:NL:HR:2022:1114
Verbodenverklaring en ontbinding van informele vereniging (motorclub Hells Angels) en verklaring voor recht dat werkzaamheid van corporatie (wereldwijde motorclub Hells Angels) in strijd is met openbare orde. De verbodenverklaring en de ontbinding van Hells Angels Holland hebben niet tot gevolg dat de afzonderlijke charters (plaatselijke afdelingen) verboden zijn verklaard en ontbonden. Het is aan de strafrechter om te beslissen of het in het openbaar dragen van de colors (zwarte mouwloze vesten) van de Hells Angels of het onder de naam Hells Angels naar buiten treden een strafbaar feit oplevert.
HR 1 december 2017
ECLI:NL:HR:2017:3053
Elektronische verwerking van medische persoonsgegevens. Aanvaardbaarheid uit oogpunt van medisch beroepsgeheim en privacy van de patiënt. ‘Iedereen-of-niemand-toestemming’: geen beperking van uitwisseling gegevens tot wat in concreet geval voor zorg noodzakelijk is. Ontbreken van mogelijkheid verwerking te beperken tot bepaalde gevallen of bepaalde categorieën zorgverleners.
Huurrecht
HR 15 september 2023
ECLI:NL:HR:2023:1215
Komt de huurder die wegens een renovatie moet verhuizen in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding wanneer deze bij vrienden gaat logeren en slechts enkele persoonlijke voorwerpen meeneemt? Levert de omstandigheid dat huurder thuiswerk een noodzaak tot verhuizing op? Neemt aanbieden alternatieve werkplek noodzaak weg?
HR 16 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:931
Indien renovatieplannen in overwegende mate berusten op een stedenbouwkundig, sociaaleconomisch of volkshuisvestelijk doel, kan een verhuurder een beroep doen op dringend eigen gebruik. Dit geldt ook als geen structurele wanverhouding bestaat tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. Als er naast sloop andere alternatieven voorhanden zijn, is voor toewijzing van de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst niet vereist dat de verhuurder aannemelijk maakt de instandhouding van het gehuurde zodanige kosten vergt dat dat redelijkerwijs niet van hem verlangd kan worden.
HR 16 december 2022
ECLI:NL:HR:2022:1866
Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter. De Belastingdienst verstrekt ex art. 7:252a BW (oud) inkomensverklaringen van huurders aan verhuurders. Na een succesvol beroep van een van de huurders tegen die verstrekking bij de bestuursrechter begint de Woonbond een collectieve actie met als inzet een verklaring voor recht dat de gegevensverstrekking onrechtmatig was. Hoge Raad oordeelt dat civiele rechter bevoegd is daarvan kennis te nemen, nu er geen met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat.
HR 14 oktober 2022
ECLI:NL:HR:2022:1447
Nadere huurprijsvaststelling ex art. 7:304 BW; Het hof had de kosten van het deskundigenbericht tot nadere huurprijsvaststelling niet op voet van art. 7:304 lid 3 jo. art. 237 Rv volledig voor rekening van eiser mogen brengen zonder in te gaan op het gemotiveerde verweer dat deze kosten bovenmatig of onnodig waren. Het hof had op grond van de devolutieve werking in moeten gaan op stelling dat een eerdere ingangsdatum van de nadere huurprijs moet worden vastgesteld.
HR 22 april 2022
ECLI:NLHR:2022:633
Prejudiciële vragen. Artikel 5 Bhw en onderdeel 9 van bijlage I sub A Bhw. Toepassing van het woningwaarderingsstelsel in gevallen waarin WOZ-waarde van gehuurde niet bekend is of geen goed beeld geeft van waarde van gehuurde.
HR 1 april 2022
ECLI:NL:HR:2022:493
Prejudiciële vragen over de vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie. Heeft huurder van woonruimte die tijdens renovatie tijdelijk verblijft in door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, recht op wettelijke verhuiskostenvergoeding?
HR 21 januari 2022
ECLI:NL:HR:2022:61
Kapitaal- en onderhoudslasten WKO-installatie als servicekosten? Wanneer sprake is van een onroerende aanhorigheid kan mede worden bepaald aan de hand van art. 3:4 BW. Bij tegenstrijdigheid van art. 7:233 BW en de Warmtewet 2014 prevaleert art. 7:233 BW.
HR 24 december 2021 (Huurkorting coronatijd)
ECLI:NL:HR:2021:1974
Prejudiciële vragen over coronapandemie en huur bedrijfsruimte (art. 7:290 BW). Het niet of slechts in geringe mate kunnen exploiteren van het gehuurde als gevolg van overheidsmaatregelen kan kwalificeren als een onvoorziene omstandigheid (6:258 BW). Huurprijsvermindering aan de hand van “vastelastenmethode”. Door de overheid opgelegde sluiting van 290-bedrijfsruimte is niet aan de merken als een gebrek als bedoeld in art. 7:204 lid 2 BW.
HR 28 september 2018 (Woningstichting Eigen Haard/X)
ECLI:NL:HR:2018:1810
Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). De opvatting dat de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW slechts bij uitzondering of in zeldzame gevallen van toepassing is, is onjuist. Hoofdregel en tenzij-bepaling brengen samen de materiële rechtsregel tot uitdrukking dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op ontbinding.
HR 14 oktober 2013 (Halfords/Dela)
ECLI:NL:HR:2013:856
Bedrijfsruimtehuur; vordering tot nadere huurprijsvaststelling (art. 7:304 lid 1 BW). Partijen hebben een inspanningsverplichting om zonder tussenkomst van de rechter tot aanpassing huurprijs te komen, maar aan inhoud van overleg tussen partijen zijn geen hoge eisen te stellen.
Huwelijksvermogensrecht
HR 15 september 2023
ECLI:NL:HR:2023:1218
Behoren ‘familiebankleningen’ tot huwelijksgemeenschap? Art. 1:94 (oud) BW. Moet bij berekening van draagkracht van man rekening worden gehouden met rente op familiebankleningen?
HR 26 mei 2023
ECLI:NL:HR:2023:773
Partijen hebben samengewoond en zijn nadien gehuwd geweest. Man vordert vergoeding van de vrouw in verband met betalingen op een lening waarvoor een hypotheek op de woning van de vrouw rust. Hebben de betalingen geleid tot een vermogensverschuiving ten gunste van vrouw?
Immuniteit van jurisdictie/internationaal privaatrecht
HR 9 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:865
Het Allard Pierson Museum moet de Krimschatten op grond van art. 10:7 BW in samenhang met het Oekraïense museumwetregime retourneren aan de Staat Oekraïne. Het Oekraïense museumwetregime heeft volgens het internationaal privaatrecht namelijk het karakter van een voorrangsregel. Er is geen sprake van schending van art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
HR 21 april 2023 en HR 23 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:660 en ECLI:NL:HR:2023:965
Is Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van vordering jegens Griekse vennootschap wegens inbreuk op Europees en Grieks mededingingsrecht (misbruik machtspositie op Griekse biermarkt)? De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over het vermoeden van ‘één onderneming’ in geval van beslissende invloed van de moedermaatschappij bij het bepalen van een nauwe band als bedoeld in art. 8 sub 1 Brussel I-bis.
HR 24 december 2021
ECLI:NL:HR:2021:1956
Immuniteit van jurisdictie van algemeen militair en operationeel hoofdkwartier NAVO voor betalingsvorderingen van leverancier van brandstoffen voor vredesmissie in Afghanistan. Onder omstandigheden kan het gerechtvaardigd zijn dat ook een niet in Nederland gevestigde internationale organisatie ten overstaan van de Nederlandse rechter een beroep kan doen op immuniteit van jurisdictie.
HR 8 december 2017
ECLI:NL:HR:2017:3105
Geschil over zeggenschap in onderneming. Internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter voor vorderingen uit onrechtmatige daad (art. 5, aanhef en onder 3, EEX-Vo), en voor reconventionele vorderingen (art. 6, aanhef en onder 3, EEX-Vo).
HR 24 november 2017
ECLI:NL:HR:2017:2992
Erkenning en tenuitvoerlegging van een Russisch arbitraal vonnis na de vernietiging van dat vonnis door Russische overheidsrechter. Wat is de reikwijdte van rechterlijke beoordelingsruimte? Uitleg van art. V lid 1, aanhef en onder e, Verdrag van New York, aan de hand van art. 31-33 Weens Verdragenverdrag.
Intellectueel eigendomsrecht
HR 19 januari 2018 (Diplomatic Card S&B SA / Forax BV)
ECLI:NL:HR:2018:56
Auteursrecht op software. Is er sprake van ‘voorbereidend materiaal’ als bedoeld in art. 1 lid 2 Softwarerichtlijn (Richtlijn 2009/24/EG)?
HR 14 april 2017 (Sun/Novartis)
ECLI:NL:HR:2017:692
Octrooirecht. Octrooi voor tweede medische indicatie. Swiss-type claim. Van producent te verlangen inspanningen om te voorkomen dat zijn product voor de geoctrooieerde indicatie wordt voorgeschreven.
Kartelschade
HR 21 april 2023 en HR 23 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:660 en ECLI:NL:HR:2023:965
Is Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van vordering jegens Griekse vennootschap wegens inbreuk op Europees en Grieks mededingingsrecht (misbruik machtspositie op Griekse biermarkt)? De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over het vermoeden van ‘één onderneming’ in geval van beslissende invloed van de moedermaatschappij bij het bepalen van een nauwe band als bedoeld in art. 8 sub 1 Brussel I-bis.
Mededingingsrecht
HR 14 juli 2017
ECLI:NL:HR:2017:1354
Wanneer heeft een besluit als bedoeld in art. 6 Mw en art. 101 VWEU een mededingingsbeperkende strekking? Is afzonderlijk onderzoek naar merkbaarheid van de mededingingsbeperking niet meer nodig als vaststaat dat het besluit een mededingingsbeperkende strekking heeft?
Ondernemingsrecht
HR 22 december 2023
ECLI:NL:HR:2023:1824
Uitkoopregeling (art. 2:359c BW). Vermoeden van art. 2:359c lid 6 BW dat biedprijs billijke prijs is. Verdraagt uitgangspunt dat ondernemingskamer voor peildatum aansluiting zoekt bij datum van betaalbaarstelling onder openbaar bod zich met art. 1 Eerste Protocol EVRM?
HR 16 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:925
Aansprakelijkstelling van bestuurders op grond van onrechtmatige daad. Is begrijpelijk dat het hof oordeelt dat de curator (onvoldoende heeft betwist dat hij) kan beschikken over de volledige administratie van de failliete vennootschap?
HR 2 juni 2023
ECLI:NL:HR:2023:839
Een gedwongen overdracht van aandelen op grond van art. 3:159ab (oud) Wft is dermate vergelijkbaar met een onteigeningsprocedure op grond van art. 6:2 Wft en de onteigeningsprocedure op grond van de Onteigeningswet, dat de vaste rechtspraak in het kader van de Onteigeningswet over de rol van de rechter bij de vaststelling van de schadeloosstelling hierop van toepassing is. De rechter dient daarom zelfstandig te onderzoeken welke schadevergoeding toekomt aan degene van wie de aandelen gedwongen zijn overgedragen en is niet gebonden aan het standpunt van partijen over de hoogte van de schadeloosstelling
HR 4 november 2022
ECLI:NL:HR:2022:1580
De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat enquêteverzoek niet op redelijke grond is gedaan (art. 2:350 lid 2 BW). Uit de wetsgeschiedenis volgt dat een verzoek tot enquête niet op redelijke grond is gedaan in de zin van art. 2:350 lid 2 BW als het doen van dit verzoek in de verhouding tot de rechtspersoon misbruik van procesrecht oplevert. Van zodanig misbruik is pas sprake als het doen van het verzoek tot enquête, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de rechtspersoon achterwege had behoren te blijven.
HR 3 april 2020
ECLI:NL:HR:2020:479 en ECLI:NL:HR:2020:478
De Ondernemingskamer heeft een concernenquête gelast naar het beleid en gang van zaken van zowel SNS Reaal als haar dochtervennootschap SNS Bank. Maatstaf voor concernenquête.
HR 3 april 2020
ECLI:NL:HR:2020:600
Onderzoek naar beleid en gang van zaken van SNS-vennootschappen. Mogen de vennootschappen inzage weigeren in notulen, bestuursbesluiten en correspondentie, voor zover daarin informatie staat die is uitgewisseld met advocaat of notaris? Functioneel verschoningsrecht van advocaten en notarissen. De rol van de raadsheer-commissaris bij het onderzoek.
HR 18 januari 2019
ECLI:NL:HR:2019:67
Kort geding over door internationale (bevriezings-)sancties getroffen beleggingsfonds op Kaaimaneilanden met Libisch vermogen. Valt ontslag en benoeming van bestuurders door enig aandeelhouder (entiteit van Libië, die zelf onder de VN-sancties valt) onder bevriezing?
HR 19 september 2018 (Curaçao/UTS)
ECLI:NL:HR:2018:1999
Bevoegdheid Rekenkamer Curaçao tot onderzoek bij vennootschap waarvan de meerderheid van de aandelen wordt gehouden door het Land. Verschil tussen de rekenplicht en de informatieplicht.
HR 18 mei 2018
ECLI:NL:HR:2018:725
Beroep van ondernemingsraad tegen besluit Stichting Holland Casino tot juridische afsplitsing van haar vermogen naar een nieuw op te richten NV, waarbij de Stichting de aandelen in die NV verkrijgt, en aansluitende ontbinding en vereffening van de Stichting, waarbij aandelen in de NV als overschot van de vereffening van de Stichting aan de Staat zullen worden overgedragen. Marginale toetsing door Ondernemingskamer (art. 26 lid 4 WOR). Wordt met de juridische afsplitsing de in art. 2:18 lid 6 BW opgenomen vermogensklem omzeild? Vereiste dat de door de Ondernemingskamer te toetsen bezwaren in het advies van de ondernemingsraad tot uitdrukking zijn gebracht.
HR 3 maart 2017
ECLI:NL:HR:2017:363
Concernfinanciering, tegenstrijdig belang; art. 2:256 (oud) BW. Regres toegekend aan medeschuldenaar waarvan (indirecte) bestuurder van vennootschap die zich verbond (indirecte) aandeelhouder was.
HR 24 januari 2014 (Sansto)
ECLI:NL:HR:2014:153
Bestuurdersaansprakelijkheid. Lening (aanwending vreemd vermogen) is met het oog op nemen of verkrijgen aandelen in strijd met art. 2:207c lid 2 BW. Aanvang verjaringstermijn faillissementspauliana.
Overeenkomstenrecht
HR 14 oktober 2022
ECLI:NL:HR:2022:1456
De Hoge Raad bevestigt diens eerdere rechtspraak. Voor toerekening kan plaats zijn als de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Van dergelijke feiten en omstandigheden kan ook sprake zijn ingeval van een niet-doen, waaronder het laten voortbestaan van een bepaalde situatie.
HR 30 oktober 2020
ECLI:NL:HR:2020:1710
Uitleg van een parkeerovereenkomst en onverschuldigde betaling van facturen. Is over de terugbetaling wettelijke handelsrente of wettelijke rente verschuldigd?
HR 14 december 2018
ECLI:NL:HR:2018:2301
Wettelijke rente borgtocht, art. 7:856 lid 1 BW (Sint Maarten). Is verzuim ingetreden door inleidend verzoekschrift? Ingebrekestelling door aansprakelijkstelling, art. 6:82 lid 2 BW (Sint Maarten).
HR 28 september 2018
ECLI:NL:HR:2018:1783
Overgangsrecht; geen toepassing artikel 6:119a BW (wettelijke handelsrente) indien de overeenkomst voor 8 augustus 2002 is gesloten. Het hof heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom toepassing van boetebeding uit raamovereenkomst op grond van de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
HR 27 oktober 2017
ECLI:NL:HR:2017:2775
Overeenkomst van opdracht. Is de cursist die de cursusovereenkomst na drie maanden heeft opgezegd, verplicht het volledige cursusgeld te betalen? Annuleringsbeding onredelijk bezwarend (art. 6:233, aanhef en onder a, BW) en oneerlijk in zin van Richtlijn oneerlijke bedingen en consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG).
HR 9 juni 2017 (SMN B.V./Compagnie Française)
ECLI:NL:HR:2017:1060
Kredietverzekering. Claim afgewezen wegens beweerde overschrijding van de daarvoor gestelde termijn, afhankelijk van de ‘uiterste factuurdatum’. Onbegrijpelijk oordeel, gelet op beroep op algemene voorwaarden.
Overheidsaansprakelijkheid
HR 21 april 2023
ECLI:NL:HR:2023:649
De Hoge Raad laat de beslissing van de Ondernemingskamer dat onteigende houders van achtergestelde obligaties en leningen met betrekking tot SNS Reaal en SNS Bank recht hebben op schadeloosstelling in stand.
HR 16 december 2022
ECLI:NL:HR:2022:1866
Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter. De Belastingdienst verstrekt ex art. 7:252a BW (oud) inkomensverklaringen van huurders aan verhuurders. Na een succesvol beroep van een van de huurders tegen die verstrekking bij de bestuursrechter begint de Woonbond een collectieve actie met als inzet een verklaring voor recht dat de gegevensverstrekking onrechtmatig was. Hoge Raad oordeelt dat civiele rechter bevoegd is daarvan kennis te nemen, nu er geen met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat.
HR 14 oktober 2022
ECLI:NL:HR:2022:1454
De Inspectie voor de Gezondheidszorg beveelt dat cardiologen met onmiddellijke ingang geen zorg meer mogen verlenen in het ziekenhuis. Het hof oordeelt dat de Inspectie/Staat onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van de cardiologen en veroordeelt de Staat tot vergoeding van materiële en immateriële schade. Het hof past in dat verband het leerstuk van proportionele schade toe. Volgens de Hoge Raad heeft het hof zijn oordeel dat zich de daarvoor relevante omstandigheden voordoen echter onvoldoende gemotiveerd.
HR 21 december 2018
ECLI:NL:HR:2018:2396
Onrechtmatige rechtspraak? Vordering tegen Staat, gebaseerd op de stelling dat het arrest HR 13 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3367 (waarin eisers in het ongelijk zijn gesteld) jegens eisers onrechtmatig is omdat is nagelaten prejudiciële vragen aan het HvJEU te stellen. Motiveringsplicht voor afzien van prejudiciële vragen. Is Hoge Raad geschikt als cassatierechter in zaak waarin aansprakelijkheid voor eigen arrest aan de orde is?
HR 3 juni 2016 (SCAU/Universiteit Leiden c.s.)
ECLI:NL:HR:2016:1049
Rechtsmachtverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter. Collectieve actie (art. 3:305a BW) m.b.t. hoogte instellingscollegegeld van universiteiten.
Pensioenrecht
HR 23 september 2022
ECLI:NL:HR:2022:1267
Het vervallen van een voorwaardelijke indexering voor gewezen deelnemers levert geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling op.
Procesrecht
HR 26 mei 2023
ECLI:NL:HR:2023:776
Een termijnoverschrijding kan verschoonbaar zijn als deze is veroorzaakt door een stroom- of internetstoring. De rechter moet gelegenheid bieden om een dergelijke verstoring en de niet-toerekenbaarheid daarvan te onderbouwen.
HR 24 februari 2023
ECLI:NL:HR:2023:314
Incidentele vordering in cassatie tot stellen van zekerheid voor proceskosten in cassatie (art. 224 Rv in verbinding met art. 414 Rv).
HR 14 oktober 2022
ECLI:NL:HR:2022:1447
Devolutieve werking en huurprijsvaststelling ex art. 7:304 BW; Het hof had op grond van de devolutieve werking in moeten gaan op stelling dat een eerdere ingangsdatum van de nadere huurprijs moet worden vastgesteld.
HR 7 oktober 2022
ECLI:NL:HR:2022:1401
De rechtbank heeft haar uitspraak op 20 januari 2022 telefonisch aan verzoeker in cassatie medegedeeld, terwijl de uitspraak zelf 24 januari 2022 als uitspraakdatum noemt. Het cassatiemiddel stelt de vraag aan de orde welke datum voor de aanvang van de rechtsmiddeltermijn moet gelden en of het hoger beroep tijdig is ingesteld. Of de uitspraak op 20 of 24 januari 2022 is gedaan laat de Hoge Raad in het midden: de overschrijding van de termijn voor het instellen van hoger beroep door verweerster zou in dit geval verschoonbaar zijn vanwege de door de rechter veroorzaakte onduidelijkheid.
HR 8 juli 2022
ECLI:NL:HR:2022:1056
Kan partij voor het eerst in hoger beroep aan haar eis een vordering ten grondslag leggen die aan haar is overgedragen door schuldeiser die geen partij is in het geding?
HR 17 juni 2022
ECLI:NL:HR:2022:867
Vordering jegens 14 kopers tot terugbetaling bedrag getrokken bankgarantie. Afwijzing jegens in hoger beroep verschenen kopers wegens ontbreken vorderingsgerechtigdheid eisende partij; toewijzing jegens koper die in eerste aanleg wel, maar in hoger beroep niet is verschenen. Beoordeling verstekvordering in hoger beroep pakt anders uit dan in eerste aanleg door devolutieve werking.
HR 22 april 2022
ECLI:NL:HR:2022:585
Brengt niet-ontvankelijkheid in het verzet wegens termijnoverschrijding mee dat in reconventie ingestelde vorderingen evenmin kunnen worden beoordeeld?
HR 11 februari 2022
ECLI:NL:HR:2022:161
Heeft de Gemeente voldoende gemotiveerd gesteld aan welke eisen het hybride kunstgrasveld niet voldoet? Onterecht passeren van het bewijsaanbod.
HR 11 september 2020
ECLI:NL:HR:2020:1412
Komt aan een beslissing in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis in een schadestaatprocedure gezag van gewijsde toe in een volgende schadestaatprocedure tussen dezelfde partijen (art. 236 Rv)?
HR 27 maart 2020
ECLI:NL:HR:2020:538
De eis van inschrijving in het rechtsmiddelen-register (artikel 3:301 lid 2 BW) geldt slechts wanneer de bestreden uitspraak, op het moment dat het rechtsmiddel wordt ingesteld, daadwerkelijk in plaats van (een deel van) de akte van levering is getreden of nog kan treden.
HR 24 januari 2020
ECLI:NL:HR:2020:119
Geschil na de verkoop van een onderneming die datacenters exploiteert. Koper vordert schadevergoeding op de grond dat verkoper garanties heeft geschonden, en vordert tevens inzage in bescheiden (art. 843a Rv). Klachten over afwijzing van deze inzagevordering.
HR 4 oktober 2019 (Control Seal)
ECLI:NL:HR:2019:1530
De rechter dient de hoogte van de dwangsom ex art. 611a Rv vast te stellen naar de aard en omstandigheden van het geval, in het bijzonder de financiële toestand en het gedrag van de schuldenaar.
HR 14 december 2018
ECLI:NL:HR:2018:2320
Besproeiing van gewassen met bestrijdingsmiddelen waarna schade optreedt. Bewijs van oorzaak schade. Het hof mocht niet voorbij gegaan aan het algemene aanbod om door middel van getuigen tegenwijs te leveren: het aanbod om tegenwijs te leveren behoeft immers niet gespecifieerd te zijn (HR 13 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5256 en HR 12 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9283). Tevens heeft het hof onterecht geoordeeld dat geen grond bestaat tot matiging schadevergoeding
HR 16 november 2018 (X/Euretco)
ECLI:NL:HR:2018:2112
Mag eiser voor het eerst in hoger beroep als lasthebber van een derde (op grond van cessie ter incasso) optreden en de vordering van de derde instellen?
HR 10 februari 2017
ECLI:NL:HR:2017:213
Is het rechtsmiddelenverbod van art. 3:268 lid 3 BW analoog van toepassing op de beschikking tot verblijven van een verpand goed aan de pandhouder (art. 3:251 BW)?
HR 6 oktober 2017
ECLI:NL:HR:2017:2567
Bij pleidooi aangevoerde stellingen van appellant n.a.v. door wederpartij overgelegde stukken. Er geldt geen algemene regel dat een procespartij gehouden is om voorafgaand aan een pleidooi te verzoeken een akte in het principaal beroep te mogen nemen voor een reactie op pas na haar memorie van grieven in het principaal beroep gebleken feiten. Afzonderlijke eisers zijn geen partijgetuigen in zaken van andere eisers nu de vorderingen ook in afzonderlijke gedingen hadden kunnen worden berecht (art. 164 lid 2 Rv).
HR 24 januari 2014 en HvJEU 10 september 2015 (Ferho)
ECLI:NL:HR:2014:164 en ECLI:EU:C:2015:574.
Vordering tegen in Duitsland woonachtige partij op grond van onbehoorlijke taakvervulling als bestuurder dan wel werknemer van in Nederland gevestigde vennootschap. De artt. 18-21 EEX-Vo verzetten zich tegen toepassing van art. 5, aanhef en onder 1, respectievelijk onder 3 EEX-Vo, indien de vordering mede gebaseerd is op arbeidsovereenkomst.
Verzekeringsrecht
HR 5 februari 2021
ECLI:NL:HR:2021:178
Beroep op schending mededelingsplicht (art. 7:928 BW); vereiste dat verzekeraar tijdig heeft gewezen op de niet-nakoming van de mededelingsplicht onder vermelding van gevolgen (art. 7:929 lid 1 BW); vraag aan wie die kennisgeving kan worden gedaan in geval van vermissing of overlijden van de verzekeringnemer.
VvE-recht
HR 24 februari 2023
ECLI:NL:HR:2023:286
Vernietiging van een besluit tot wijziging van de splitsingsakte door een VvE. Art. 5:139 lid 2 BW (beslissing met meerderheid van 80%) is niet van toepassing op alle besluiten van een VvE tot wijziging van de splitsingsakte, maar enkel op besluiten omtrent beheer van de gemeenschap. Om te kunnen vaststellen of de appartementseigenaar schade lijdt door de wijziging, moet de akte van splitsing van na de wijziging worden vergeleken met de akte van splitsing van voor de wijziging. De kosten voor het wijzigen van de akte kunnen daarbij onder omstandigheden ook worden aangemerkt als schade.